Het aantal mensen in de bijstand in de Hogeland gemeente neemt toe. Ook is het aantal beschikbare banen in de gemeenten De Marne, Winsum, Eemsmond en Bedum afgenomen. Dit blijkt uit de evaluatie van het beleid van deze gemeenten.
Het doel van het beleid was om zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen of met andere activiteiten te helpen aan de bak te komen. Zo weinig mogelijk mensen in de bijstand, en zoveel mogelijk mensen in de samenleving laten participeren. Dat is een taaie materie omdat gemeenten daar wel wat invloed op kunnen uitoefenen maar bepaald niet in staat zijn om ijzer te buigen met blote handen.
Ondanks de inspanningen van de gemeenten is het aantal personen in de bijstand met zes procent toegenomen, terwijl landelijk het aantal bijstandsgerechtigden met vier procent steeg. De vier gemeenten geven 15,7 miljoen uit aan uitkeringen. Zij krijgen van de overheid 14,3 miljoen euro hiervoor. Om het tekort op te vangen is er een aparte regeling. Uiteindelijk zullen de gemeenten zelf een bedrag van 846.000 moeten ophoesten. Een verklaring voor de stijging wordt deels gezocht in de toename van het aantal asielzoekers met een verblijfsstatus.
Ook de uitstroom van uitkering naar werk stagneert. In 2015 vond 48 procent van de uitkeringsgerechtigden een baan; een jaar later was dat 45 procent. Oorzaak hiervan is de tragere economische groei in de regio. Het aantal banen in de vier gemeenten is teruggelopen van 11.900 in 2010 naar 10.900 in 2015.
In de evaluatie wordt er op aangedrongen geld vrij te maken voor omscholing van bijstandsgerechtigden voor de vervulling van vacatures in de bouw, techniek, horeca en zorg.
