Vrijdagmorgen: tussen hamer en aambeeld ligt de oplossing van een probleem

Foto: Berto Merx

Een hondje

Genietend van de late avondzon, de geur van net gemaaid gras, een koele fles chardonnay uit de Bourgogne met een puntje kaas uit de Franche-Comté, speciaal in Stad gekocht want Alles heeft Groningen Alleen, allebei, krijgt Me Vrouw altijd wat ze noemt “een heel leuk ideetje,” ingeleid met de woorden “ik weet niet wat jij ervan vindt, maar…..” Woorden die mij immer in de alert-stand zetten.

“Wat zou het toch mooi zijn als we weer een hondje zouden hebben, vind jij ook niet?” Met een hondje bedoelt ze een Tervurense herder met een schofthoogte van minimaal zestig centimeter, in fauve kleur, met een afgetekend zwart masker, manen als een leeuwin en een karakter als een wildebras. Dat heet een hondje, om de orde van grote aan te geven. Ik geef op deze – herhaaldelijk, hoor – gestelde vraag altijd het antwoord: Ja, dat zou heel mooi zijn. Dat is het enige goede antwoord dat je geven kunt.

En, voegt ze deze keer heel goed gehumeurd, er aan toe, het zou héél mooi zijn om een hek te hebben om de inrit af te sluiten, zodat het hondje vrij kan rondlopen. Zo’n mooi Frans hekwerk. Een poort. Dus.

Ik sta bij Dick Norg in Baflo. Want, tja, daar moet ik voor zorgen. Dat hek. Beng, beng, beng klinkt het door de werkplaats, een smid is op het aambeeld bezig een rood-wit-gloeiend stuk metaal te bewerken, net uit de gloeiende kolen die de oerkracht van vuur, de ontwikkeling van de mens begon met de beheersing van het vuur, samenballen om zelfs het hardste staal te vernietigen. De heer Norg – even beleefd blijven, want in de volksverhalen is de smid de man met macht over oerkrachten – hoort mij aan. Eerste en enige kwaliteitseis: het moet levensloop bestendig zijn. Een modern woord voor: als je bejaard wordt hoef je niet elk jaar dat hek in de menie te zetten en bij te verven. Een leeftijdsvriendelijk hek. Norg somt het op: “Drie meter breed, aan de zijkanten oplopend vanaf 1,50 meter hoog, volbad verzinken, poeder coating, een kruk, dag- en nachtslot, kleur naar keuze, twee palen om het in te hangen.”

“Geen onderhoud nodig?” vraag ik nog. “Hier heb je verder geen werk meer aan,” drukt hij me op het hart. De smid geeft het vuur een stoot lucht dat daarmee als het ware een power-injectie krijgt. En beng beng, beng beng klopt hij op het ijzer. Ondertussen vergaap ik me aan de voorbeelden van smeedwerk: muurankers, spijkers, sierkettingen. Een weerhaan. Een stuk sierketting in Cortenstaal. Dat was een opdracht voor 200 meter ketting van een gemeente in België voor een plaats om as te verstrooien na de crematie. “Daar ben ik wel een beetje trots op” zegt Dick, “ik kreeg van dat gemeentebestuur naderhand een heel mooie brief met complimenten.”  Het mooiste werkstuk? Een uil op een windwijzer. Dat was voor iemand die al 200 nesten kerkuilen op zijn landgoed had gehad. En daarom een uil op z’n dak als windwijzer wilde hebben.”

Zo. Binnen een uur een probleem opgelost. Voor 1.000 euro een superieur mooi hekje op maat en wens gemaakt. Verder zelf nooit meer werk aan. Zo moet dat.

Nou nog een hondje bestellen.

Tekst en foto’s: Berto Merx

Cookieinstellingen