Muziekfestival Leens: hoe een klein dorp groot kan zijn

Roon Staal.
Roon Staal.
Foto: Berto Merx

Het avondprogramma van het Ede Staal Festival in Leens was dé gelegenheid om artiesten live te horen. Ze hadden de opdracht om artistiek wat met het werk van de streektaalzanger te doen.

Redelijk op de hoogte van de trends in het Groninger lied dankzij het weergaloze programma Twij Deuntjes veur ain Cent van Alex Vissering op RTV Noord; en ook nog gevoelig voor regionale muziek, Vlaams, Limburgs, Fries, Duits, Schots of Iers, desnoods Frans, het maakt niks uit. Dat was dit een buitenkansje, een avondje Groninger artiesten, in het Gronings, in Leens.

Volle bak in de sporthal.

Gewoon, laat de liederen zich geven, laat de zanger of band neerleggen wat men werkelijk kan. Los van wervende praatjes op hun websites, los van wat men in recensies meldt, gewoon het lied, de zang en de muziek ontvangen. Het enige criterium dat vooraf geldt is dat van de live prestatie. Kun je live waarmaken wat er op het spiegelschijfje staat. De sporthal van Leens was met zo’n kleine 400 bezoekers goed gevuld, en dat gun je de organisatie van het nog jonge festival dat zich laat inspireren door de man die in Leens gewoond heeft. Iedere artiest moest wat met het erfgoed van Ede Staal doen.

Marlene Bakker.

Marlene Bakker. Een zangeres die een stem heeft met dat timbre van die jonge Liesbeth List. Bakker speelt met die stem, ze kan er warmte in leggen, maar ook bluezigheid. Alles gebruikt ze, haar poses, bewegingen, om dat waar het om gaat – de tekst – tot zijn recht te laten komen. En als toeschouwer krijg je geen enkel moment het gevoel dat ze zich wat aanstelt. Hear My Song bracht ze van Ede Staal, inderdaad, tegen de blues aan, bijna niet meer tot het origineel terug te brengen. Gewoon zang en betrekkelijk eenvoudige begeleiding op de piano. Fascinerend is dat ze in haar optreden in staat is het publiek in die magische cocon van haar binnen te slepen, de zaal terug te brengen tot de frele gestalte op het podium. Dat is het kleine onderscheid tussen een liedje zingen of het publiek haar eigen wereld in trekken. Hoewel ze zichzelf plaats in de stroming van de Indiepop – het is niet bij te houden wat er zich aan stromingen voordoet – is de combinatie van tekst, stem en pose er een van een klassieke chansonnière. Zou de zaal – de sporthal – net iets te groot voor haar zijn, net niet de ambiance hebben voor deze zangeres? Nee hoor, het lukte haar heel goed om een sfeer van weemoed en verlangen op te bouwen en vast te houden.

De Stroatklinkers.

De band De Stroatklinkers zijn al veteranen in de noordelijke muziekwereld. Die mannen zijn in staat om in de kroeg, feesttent of festival, voor een groot of klein publiek, het heerlijk gezellig te maken. Ze begonnen met een lied a capella, daarna kwam de accordeon erbij, en de gitaren, banjo, mondharmonica. De Stroatklinkers is een heel goede band, die een show verzorgt, met humor er tussendoor en gemakkelijk van genres wisselend. Heel geestig was de parodie op Johnny Cash. Hun vertolking van ‘As vaaier woorden’ van Ede Staal, bevestigd weer eens dat een goed arrangement van een goed nummer heel wel mogelijk is.

Jan Henk de Groot.

Jan Henk de Groot, solo, had die moderne problematiekjes in zijn liederen verwerkt, die dingetjes die iedereen wel kent: je kind op zaterdagmorgen om acht uur op het voetbalveld zien te krijgen, burnout en dat soort dingen. Zijn werk heeft een scheut cabaret er in. Ja, streektaalmuziek waaiert uit, ook naar de kleinkunst. Aans as Aans van Ede Staal bracht hij heel gedragen, verhalender. Wat ook zijn charme heeft bij dit lied over de verlatenheid, als de geliefde er niet meer is.

Wat kan die man piano spelen, die Roon Staal. Met een stem die moeiteloos het hoge bereik van een tenor haalt, en dan glashelder, zonder te forceren. Hij vertolkte voornamelijk Engelstalige nummers die inhoudelijk dwarrelden rond het motief van licht en donker. De invloed van Art Garfunkel is herkenbaar, en dat is niet erg. Iedere artiest is geworteld in een traditie, steunt op voorgangers. Hij zong van Ede Staal ‘Help me Through the Night’. Een van die songs waarin Staal het Engels probeerde. Ik heb dat nooit zo sterk gevonden, die Engelse nummers. Maar, de uitvoering van Roon, bezorgt je kippenvel. En juist in dat nummer weet hij die twee sterke kanten van hem zelf – een prachtige stem, ijzersterk pianospel – in een perfecte balans te brengen. Het nummer ‘De scheiding’, over het eind van de echtscheiding, er zijn alleen twee advocaten de winnaars, was in het Nederlands. Dat maakt niks uit, de triestheid van een echtscheiding, bracht hij in volheid op het podium.

Bij het Kindcentrum.

Overdag had het festival een reeks optredens op verschillende plaatsen in het dorp. Bij het Kindcentrum waar de muziekvereniging Wilhelmina het oude Italiaanse lied Bella Ciao speelde. Je kreeg de neiging mee te zingen. Bij de bibliotheek vertolkte een bandje Ede Staalliederen, maar ook songs van het type zeer geschikt voor een bruiloft. In de Petruskerk wisselden Martin Korthuis en Eddo Pol en het Vrouwenkoor Pro Musica elkaar af. En nog van alles wat en in z’n geheel een mooi, divers programma voor de tweede aflevering van het Ede Staal Festival. Een interessant dorp, dat Leens. In de eerste week van september een mooie Leenster feestweek, twee weken later dat muziekfestival. Waar halen ze die organisatiekracht toch vandaan?

Berto Merx

Cookieinstellingen