LEENS – Het aantal leerlingen op de basisscholen in de gemeente De Marne loopt van 727 in 2018 terug naar 713 over vijf jaar. Over tien jaar daalt het tot 687. Zo meldt de net verschenen leerlingenprognose .
De tweejaarlijkse leerlingenprognose is voor onderwijsbestuurders, maar scholen, altijd een document waar men met enige spanning naar uitziet. Het is het basisstuk, de onderlegger, voor het beleid. Het document zegt ook iets over de toenemende of afnemende leefbaarheid, vitaliteit in dit gebied. Onderwijsvoorzieningen zijn in factor in de leefbaarheid.
Voor de scholen in de gemeente De Marne is het als redelijk stabiel aan te merken. Op een termijn van tien jaar is de prognose van de daling van het leerlingenaantal van 727 naar 687 sociaal-politiek wel te behappen. Op lokaal niveau doen zich wel wat fricties voor. Zo telden de fusiescholen in Zoutkamp in 2016 samen 131 leerlingen, een jaar later 117, in 2018 dalend naar 109; over vijf jaar zou het zijn gedaald naar 102. Dat is een verlies van een grote klas van 29 leerlingen.
Het Hoogholtje in Wehe-den Hoorn, een fusieschool van katholiek en openbaar, telde twee jaar geleden 46 leerlingen, nu zijn dat er 36. Over vijf jaar moeten er dat 45 zijn. Ook zo’n frictie school is de Octopus in Eenrum. Deze school telde 166 leerlingen 2016; dat zijn er nu 142. Naar verwachting is dat over vijf jaar 147. In Kloosterburen daalde het aantal van 110 in 2016 naar 104 dit jaar en de prognose is dat over 5 jaar de school 94 leerlingen telt. De Getijden in Pieterburen is een school met een opvallend cijfer. Twee jaar geleden had men er nog 45 leerlingen, dat steeg naar 56 en bereikt op dit moment het aantal van 63 leerlingen. Dat zal de komende jaren met ongeveer 4 leerlingen per jaar terug sijpelen naar 56.
Op de termijn van tien jaar zal het totaal aantal leerlingen in de Marne dalen van 727 naar 687. Deze daling van 40 leerlingen. De H. de Cockschool blijft over een termijn van 10 jaar gelijk. Zoutkamperril daalt 10 procent. De Regenboog met 10 procent van 74 naar 66 leerlingen. Voor de rest zijn de voorspellingen op de termijn van 10 jaar te karakteriseren als kaasschaaf ingrepen. Hier wat er bij , daar wat eraf.
Tekst: Berto Merx
