Financiële tips op De MarneNieuws: vernieuwde Arbowet per 1 juli

Foto: De MarneNieuws

Roel Venema van Veldman en Van Dijk te Leens plaatst maandelijks financiële tips en adviezen op De MarneNieuws. Doe uw voordeel er mee!!

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Administratiekantoor Veldman en Van Dijk .

 

VERNIEUWDE ARBOWET PER 1 JULI

Eind januari stemde de Eerste Kamer in met het wetsvoorstel om de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) te wijzigen.

Onder de vernieuwende wet, die waarschijnlijk per 1 juli 2017 in werking treedt, gaat er meer aandacht naar preventie, verandert de rol van de bedrijfsarts en krijgt de preventiemedewerker een sterkere positie. De OR krijgt instemmingsrecht op de persoon die de functie van preventiemedewerker binnen een organisatie gaat vervullen.

Basiscontract voor arbodienstverlening

De nieuwe Arbowet stelt minimale eisen aan het basiscontract, de verplichte overeenkomst die de werkgever met een arbodienstverlener moet sluiten. Meer vastleggen mag altijd, maar in het basiscontract moeten in elk geval de volgende zaken zijn geregeld:

  • De bedrijfsarts heeft vrije toegang tot iedere werkplek;
  • De medewerker heeft het recht de bedrijfsarts persoonlijk te consulteren, ook als hij niet ziek is;
  • De medewerker heeft recht op een second opinion;
  • De bedrijfsarts regelt preventie-advisering;
  • De OR en de preventiemedewerker overleggen regelmatig;
  • Er is een klachtenprocedure;
  • De bedrijfsarts heeft een meldingsplicht voor beroepsziekte bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten.

Basiscontracten die op of na 1 juli 2017 worden afgesloten, moeten direct voloden aan de nieuwe wettelijke eisen. Voor reeds bestaande contracten die niet aan de eisen voldoen, krijgt de werkgever één jaar, dat wil zeggen tot 1 juli 2018, de tijd om deze aan te passen. De OR heeft instemmingsrecht op het contract met de arbodienst.

CHECKLIST NIEUWE ARBOWET

Wat moet de werkgever regelen?

  • Check het contract met de arbodienstverlener op minimumeisen

Sluit een schriftelijk contract af voor de arbodienstverlening. Dit contract blijft maatwerk, maar er gelden minimumeisen: het basiscontract (zie hierboven).

  • Zorg dat de OR kan instemmen met de preventiemedewerker

De OR heeft instemmingsrecht op de keuze en de positie van de preventiemedewerker. Zo kan deze figuur een lijn- of staffunctie krijgen, onder een HR-manager of BHV vallen.

  • Regel overleg tussen de preventiemedewerker, OR< bedrijfsarts en arbodienst

De preventiemedewerker moet nauwer gaan samenwerken met de arbodienstverlener en de OR. Het omgekeerde geldt ook: de arbodienstverlener raadpleegt de preventiemedewerker of de OR voor advies of overleg.

  • Zorg dat de OR contact onderhoudt met de bedrijfsarts

De bedrijfsarts krijgt een grotere rol bij het arbobeleid voor gezond en veilig werken. Laat de OR dit tijdig agenderen.

  • Denk na over de adviesrol van de bedrijfsarts

De bedrijfsarts krijgt een sterkere adviesrol bij preventie. Maak afspraken over preventie-advies met de arbodienst of de bedrijfsarts.

  • Informeer de werknemer over hun nieuwe rechten

Werknemers hebben recht op toegang tot de bedrijfsarts (ook als zij niet ziek zijn) of het vragen van een second opinion. Maak bijvoorbeeld een spreekuur bekend via het internet, de personeelsnieuwsbrief of de OR-nieuwsbrief.

ADEMPAUZE BIJ PROBBLEEMSCHULDEN

Mensen met problematische schulden, die het niet lukt om in een stabiele financiële situatie te komen met ondersteuning van een schuldhulpverlener, krijgen extra hulp om toch uit de problemen te komen.

Er komt een mogelijkheid om maximaal een half jaar adempauze te krijgen. In die tijd mogen schuldeisers niet aankloppen om geld op te eisen of spullen in beslag te nemen. De inwerkingtreding is 1 april.

Dit brede moratorium kan helpen als het schuldhulpverleners niet op een gewone manier lukt om regelingen te treffen met deurwaarders, incassobureaus of schuldeisers. De adempauze geeft een schuldenaar de kans om met hulp van schuldhulpverlening alle zaken op een rij te zetten en tot een stabiele situatie te komen, van waaruit hij dan betalingsafspraken kan maken.

Beslagvrije voet

Een wetsvoorstel moet ervoor zorgen dat mensen die schulden hebben genoeg geld overhouden om in de basale kosten van levensonderhoud te voorzien.

Tienduizenden mensen met schulden houden op dit moment niet genoeg geld over voor huur, elektriciteit en eten. Daardoor steken ze zich nog verder in de schulden en worden hun problemen alleen maar  groter. De vereenvoudiging van de beslagvrije voet, het deel van het inkomen waar geen beslag op mag worden gelegd, moet dit voorkomen. De wet zorgt er ook voor dat schuldeisers beter op de hoogte zijn van elkaars incasso’s, waardoor het deel van het inkomen waar geen beslag op mag worden gelegd ook beter beschermd is als er meerdere schuldeisers zijn. De beoogde inwerkingtreding is in 2018.

INZAGE IN HET PERSONEELSDOSSIER

In de wet is geregeld dat een werknemer recht heeft op inzage – en correctie – van zijn personeelsdossier. Het inzagerecht betekent echter niet dat u het personeelsdossier uit handen moet geven aan uw werknemer, als deze daarom vraagt. U kunt de werknemer bijvoorbeeld inzage geven in het bijzijn van zijn direct leidinggevende of de HR-medewerker.

Uw werknemer mag wel om kopieën van bepaalde documenten vragen. U bent verplicht om deze te geven.

Notities

Interne notities die persoonlijke gedachten van leidinggevenden of andere medewerkers bevatten en uitsluitend bedoeld zijn voor intern overleg, vallen niet onder het inzagerecht. Deze mag u (tijdelijk) uit het dossier halen. Een rapport dat op basis van deze notities is gemaakt, valt weer wel onder het inzagerecht. Een verzoek van de werknemer om zaken in het personeelsdossier te corrigeren, hoeft u alleen te honoreren als gegevens feitelijk onjuist zijn. Een subjectief oordeel, bijvoorbeeld een gespreksverslag of functioneringsbeoordeling, hoeft de werkgever niet te corrigeren. De werknemer heeft wel het recht om zijn eigen versie aan het dossier toe te voegen.

ARBEIDSGEHANDICAPTE OF 55-PLUSSER IN DIENST

De overheid kent een waaier aan (fiscale) stimuleringsmaatregelen, ook wel loonkostenvoordelen (LKV’s) genoemd, om oudere werkzoekende of mensen met een arbeidshandicap in dienst te nemen. Misschien iets om te overwegen nu sprake is van een toenemende krapte op de arbeidsmarkt.

Mobiliteitsbonus

Als u een werknemer van 56 jaar of ouder vanuit een uitkering in dienst neemt, kunt u een mobiliteitsbonus krijgen. Anders dan de term doet vermoeden, is dit geen bonus, maar een premiekorting op de loonkosten. Deze kan oplopen tot € 7.000 per jaar bij een dienstverband van 36 uur per week of meer, over een periode van maximaal drie jaar. Het maakt niet uit of de werknemer vat of tijdelijk in dienst is. De oudere werknemer zelf krijgt een hoger nettoloon in de vorm van een werkbonus (2017: max. € 1.119).

Om premiekorting te krijgen, heeft de werkgever voor medewerkers van 56 of ouder een zogenoemde doelgroepverklaring nodig. De werknemer moet deze zelf aanvragen (via UWV Telefoon Werknemers: 0900-92 94).

‘No-risk”bij ziekte

Als u een oudere werkloze in dienst neemt, wordt u schadeloos gesteld als de werknemer ziek wordt. Na 13 weken wordt de Ziektewetuitkering overgenomen door UWV. Hierdoor kost het ziekteverzuim de werkgever weinig geld. De polis geldt vijf jaar vanaf de eerste werkdag.

 

Cookieinstellingen