Homo, dichter en onderwijzer

Foto: HogelandNieuws

Hij werd geboren in Spijk in 1887. Deed de Kweekschool met den Bijbel in Groningen en werd in 1907 onderwijzer in Uithuizermeeden. Willem de Mérode stond in het lieflijke dorpje tegen het Wad voor de klas van de gereformeerde school.

Hij was in de kost, een commensaal heette dat toen, en het kosthuis (een soort langdurige Bed & Breakfast) stond aan de Hoofdstraat 190. Zijn dichterschap kreeg in Uithuizermeeden zijn definitieve vorm wat resulteerde in vijf bundels poëzie. Hij was redacteur van het tijdschrift Het Getij, dus hij functioneerde ook wel in het circuitje van dichters en schrijvers, zeg maar: de vrienden die je nodig hebt, voor als je ooit een kruiwagen moet voortduwen.

De dichter, op leeftijd.

1924 was een fataal jaar. Hij werd gearresteerd ‘op verdenking van homosexuele contacten met minderjarigen’ (dat schreven ze toen nog met een x). Als onderwijzer kon hij zijn jasje pakken, en naar de gevangenis in Groningen gaan om acht maanden in de kit te brommen. Met een ontzegging van drie jaar van de bevoegdheid het ambt van onderwijzer te bekleden. Hij zou nooit meer naar Uithuizermeeden terug keren en ook nooit meer voor de klas staan.

Het voormalig kosthuis aan de Hoofdstraat in Uithuizermeeden

Na deze ‘fatale affectie’ trok hij naar Leens waar hij een jaar bij zijn broer woonde. De broers trokken verder naar het Friese Bergum. En uiteindelijk kwam De Mérode in 1925 in het Gelderse Eerbeek terecht waar hij als ambteloos burger verder leefde. De Mérode had grote moeite om weer aan het publiceren te komen, uitgespuugd als hij was in protestantse kringen. In 1929 verscheen van zijn hand ‘Lichtstreep’ dat hij als zijn beste werk beschouwde. Een jaar later leverde hij bijdragen aan het tijdschrift Aristo, het cultureel-fascistisch blaadje van Wouter Lutkie. De Mérode ontkende overigens zelf fascist te zijn. Geleidelijk wist hij weer een positie te verwerven in het literaire wereldje van toen, het wereldje van Vestdijk, Marsman en Ter Braak. In 1937, naar aanleiding van de bundel ‘Ruischende bamboe’ kreeg hij een ere-tentoonstelling in Utrecht. Op 22 mei 1939 ging hij uit de tijd en vond op het kerkhof van Eerbeek de eeuwige rust.

Het monument voor De Mérode aan de Lijnbaan

Ik geef het eerste gedicht uit de eerste bundel Gestalten en Stemmingen:

Donkere middag

Wordt het avend, gaat het dagen?
Deze grijze schemering
Doet ’t begrip van tijd vervagen,
Dooft den luister van elk ding.

Koele wazen, als in morgen
Voor het pril gerezen licht,
Houden alles half verborgen:
Maagdelijk lijkt elk gezicht.

Doch een moeheid als in d’avend
Rijpt in onze loome leên,
Ons verlangen wordt vervagend
Lachen en vervaagd geween.

Zoo wordt lust en leed tot weemoed,
Droever naar het licht verkween.
En ik ken mij zelf in deemoed
Levende in uw gunst alleen.

Niets dan dit ontroerend vragen
Weifelt in de schemering;
Wordt het avend, gaat het dagen?
Vaag en vreemd is ieder ding.

Aan de Lijnbaan in Uithuizermeeden staat een monument voor de dichter, geplaatst op 2 september 1987 ter gelegenheid van zijn 100-ste geboortedag. Dat is het werk van de Willem de Mérode Stichting (Jan van der Wal van het CDA zit er bij, de stichting werd gesteund door de Culturele Raad Eemsmond, inmiddels verdwenen).

Tekst op het monument.

En zo gewordt zich een mooi idee. De gemeente Het Hogeland reikt in september ofzo een culturele prijs uit, voor jong talent, zo voor een prijs van 1500 euro. (Als u dit niet wist, dat klopt want het wordt tamelijk stil gehouden). Wat zou het er een mooie naam voor zijn, de Willem de Mérode Prijs van de gemeente Het Hogeland. Ter ere van een vervolgde homoseksuele medemens, een kunstenaar die tot rijpheid kwam in Uithuizermeeden. En het Hogeland op de kaart heeft gezet, getuige de talloze straten, lanen die naar hem zijn vernoemd. En het is ook een leuke foto voor ons aller gemeentelijke voorlichtersmensen (dit is een inclusief woord, voor mannen, vrouwen en alles anders) voor in foldertjes enzo. Als afwisseling voor zeehondjes.

Oh zoete land, van grote poëten, romanciers, essayisten. Míjn geliefde, Hogeland.

Berto Merx

Cookieinstellingen