Aan de kade bij de brug van Wierumerschouw beweegt het gevaarte lichtjes op de kleine deiningen van het Reitdiep. Een super vlot, met tent, gisteren in elkaar gezet.
Arjan Heerling uit Wehe-den Hoorn, Regina en de kinderen Rutger, Roan en Livius maken zich klaar voor de tocht van Wierumerschouw naar Lauwersoog. Arjan: “Ik kreeg een tent en bedacht: wat kun je daar mee?” Het antwoord is heel eenvoudig. Bouw een vlot en zet de tent daarop.
Hij wou de drijvers eerst van dikke PVC-buizen maken. Dat bleek een duur dingetje te zijn. Via de scouting kreeg hij drijvers te leen die ze in het leger ook gebruiken. Het zijn joekels van drijvers, maar: “Ik had ze eigenlijk nog groter gewild. Maar ja, als ik alles had gedaan wat ik wilde was het een cruise-schip geworden.”
De basis van het vlot wordt geheel afgedekt door – zo op het oog – een Carl Demig Poolster. Enige jaren uit de handel geweest maar nu ook weer nieuw. Zelfde binnenwerk als die Demig Bivak die er een compartiment extra voor heeft. Comfortabele dingetjes van katoen.
Er is nog een klein probleem. Roan heeft zijn bril vlak naast het vlot in het water laten vallen. Die moeten ze vanmiddag nog opduiken. De waterpolitie is langs geweest en er is verder geen probleem. Donderdag vertrekken ze naar Lauwersoog, voortgetrokken door een Zodiakje van 6 pk.
Wat gaan we doen bij regen? “Boek lezen, spelletjes doen,” zegt Regina. Dat komt wel goed, een oude Demig Poolster is comfortabel genoeg daarvoor. Weet ik als ervaringsdeskundige.
Eerste dag is het einddoel Garnwerd. “We hebben geen haast hoor. We zien wel waar we terecht komen,” zegt Arjan. Maar zondagmorgen hopen ze op Lauwersoog aan te leggen. “Even een oproep. Het zou heel mooi zijn als iemand ons ontbijt bracht.” Dat wordt lachen als honderd man dat doen. Vraag de havenmeester van Lauwersoog naar Het Vlot. Zo heet die boot, vaartuig, drijvende tent, ofzo.
Wat moet het heerlijk zijn, zo uit de tent het water in. In dat water van mijn Zoete Hogeland, land van zon, water en eeuwig strijkende wind.
Berto Merx
