Kloosterburen, woensdagmorgen vroeg. Het dorp moest eigenlijk nog wakker worden. Een eenzame auto schuift voorbij. Hier en daar ligt nog een dun, wit tapijtje, alsof het sneeuwvlokjes zijn. Het zijn de overblijfsels van confetti die reeds aan het vergaan is. Het Kronkeldörp, dat is alweer gisteren en eergisteren.
Dinsdag om 11 over vijf kwamen de burgemeester Henk Jan Bolding en de wethouders De Visser en Dijkhuis de gemeentesleutel ophalen. Als teken dat het narrengezag van de Prins ten einde is en dat het burgerlijk bestuur het weer voor het zeggen heeft in het werkelijke, normale Kloosterburen.
“Ik hoop dat mijn stem het een beetje houdt,” zegt Prins Anne Jan. Ja Prins, het zou niet normaal zijn als een Prins op dinsdag nog over onaangetaste stembanden beschikt. “Het feest is als een sneltrein aan mij voorbij gegaan. Ik kan wel zeggen dat het grandioos was, maar eigenlijk doen woorden tekort aan wat we de afgelopen dagen hebben meegemaakt. Dankbaar ben ik dat ik hierover de prins mocht zijn.” Hij moest even slikken. “Met pijn in mijn hart geeft ik de sleutel aan de burgemeester terug.”
Burgemeester Bolding sneed een interessante zaak aan: “Vrijdagavond, nadat ik de sleutel had overhandigd kwam ik op de gedachte dat dit carnaval eigenlijk cultureel erfgoed is dat we moeten koesteren. Het hoort thuis in het nationaal programma voor Groningen dat ontwikkeld wordt. We moeten bezien welke laadjes we kunnen open trekken om dit te ondersteunen Ik kom hier zeker op terug.” De burgervader moest ook even slikken: “Vrijdag droeg ik met veel plezier het gezag over aan de Prins. Zo, even vijf dagen geen verantwoordelijkheid over dit narrendorp. Het valt me zwaar dit gezag weer terug te krijgen dat de komende 360 weer op mijn schouders rust. Prins Anne Jan heeft de sleutel als een toverstok gebruikt. Hij heeft er een feest van verdraagzaamheid en samenhorigheid mee getoverd.”
De Raad van Elf, die ook sporen van sleetsheid begon te vertonen, zocht zijn natuurlijke schuilplaats op, aan de bar en bier en borrelhapjes. Later op de avond was er een bescheiden feest. Om tien uur werd een fust bier aangeslagen, het cadeau van de Prins voor iedereen die aan het feest heeft meegewerkt. Het ging naar middernacht. De Prins uit het pak, de Raad van elf uit het kostuum, ze zijn weer gewoon burger geworden. En dan is het tijd voor nablussen, een biertje zonder plichtpleging.
Met weemoed. Welterusten, vrienden. Het is tijd om naar huis te gaan. Wat er nog gezegd moest worden is gezegd bij de laatste slok en de laatste sigaret onder de boog met de gigantische dansmariekes die morgen weer verdwenen zijn……..
Tekst en foto’s: Berto Merx