Huiselijk geweld I; wanneer houdt het op

Foto: publiek domein

De foute man is te vergelijken met een gokkast: je stopt er van alles in, maar er komt nooit iets uit. De vrouw die op hem valt blijft in hem investeren en hopen dat hij zal veranderen- wat zelden gebeurt, omdat hij zelf niet lijdt onder zijn eigen gedrag.

Uit onderzoek in opdracht van het Ministerie van Justitie blijkt dat meer dan 40% van de Nederlandse bevolking ooit te maken heeft gehad met huiselijk geweld. Van deze groep ervaart en de tien dagelijks of wekelijks deze vorm van geweld. Huiselijk geweld komt voor in alle lagen en culturen van de samenleving. Voor de kinderen van gezinnen waar huiselijk geweld voorkomt was lange tijd weinig aandacht. Huiselijk geweld werd vroeger vrij simpel gezien. Er was een dader, de vader, en een slachtoffer, de moeder. Daaromheen zweefden dan nog wat ‘derden’, dat waren de kinderen, voor wie eigenlijk geen aandacht was. Als het geweld maar ophield was de situatie ‘opgelost’ en werd er verder niet naar hen omgekeken.

‘Ik zie zijn ogen vol boosheid. Zora slaapt diep in het grote bed, ze blijft slapen ondanks dat ik haar optil en naar boven sjouw. Gelukkig. Lekker in haar eigen bedje.

Maar dan begint hij

En dan begint hij. Net op het moment dat ik naast hem wil gaan zitten staat hij op. Hij schreeuwt en probeert me iets duidelijk te maken. Gek genoeg begrijp ik niet goed wat hij bedoelt, maar dat hij kwaad is, is wel duidelijk. Met beide handen pakt hij de stoel en begint deze hard op de grond te smijten. Ik schrik, dat geweld is niet gewoon maar even iets stuk gooien, dit is heftiger. Ik probeer hem rustig te krijgen, maar hij lijkt buiten zinnen. Met zwaaiende armen en sussende woorden probeer ik hem nogmaals te kalmeren, zonder resultaat. Hij kraamt er van alles uit. Woest smijt hij vervolgens mijn computer aan gort, maait het koffiezetapparaat van het aanrecht en loopt blind door het huis. Ik weet niet wat ik moet doen. Zora, daar denk ik aan. Ik smeek hem op te houden en rekening met mijn kleine meisje te houden, maar hoort mij niet. Met grote armen veegt hij het servies alle kanten op, de keukentrolley gaat in z’n geheel dwars door de keuken heen. Dan pakt hij de televisie en gooit deze op de grond voor mijn voeten. Ik huil, ik heb pijn, ik ben bang. Vervolgens doet hij een keukenkastje open en veegt opnieuw de kopjes en glazen tegen de vlakte. Daarna is de afwasmachine aan de beurt. De rekjes worden met geweld uit het apparaat geslingerd.

Ondertussen hoor ik Zora. Ik snel naar boven de trap op. ‘ Rustig maar meisje, het komt goed. Hij is een beetje boos. Ik blijf bij je.’ Dan schreeuwt hij naar boven. ‘ Kom onmiddellijk naar beneden vieze vuile hoer!’ ‘ Ga maar mama, ga jij maar naar beneden, dan blijf ik boven’, zegt Zora flink.

In de woonkamer staat hij met een stalen lamp in zijn handen die hij met kracht op de grond mietert. Mijn hemel. Ik kan hem nog net tegenhouden wanneer hij met twee handen mijn piano probeert om te gooien. Nergens kan ik meer fatsoenlijk lopen. De inbouwoven wordt in elkaar getrapt.  Ik ben bang. Snel ren ik naar de telefoon en ren vervolgens op sokken de achterdeur uit, Zora achterlatend.

De volgende ochtend stuurt hij mij een sms. Of hij mij mag bellen. Hij heeft een nacht in de cel doorgebracht. Of ik hem op wil halen. De ravage achterlatend stap ik in de auto.

En het gaat gewoon door

Toen jij terugkwam, een maand later, wist ik direct dat het foute boel was. Niemand in mijn omgeving deugt, althans zo zie jij dat. Eerlijk vertellen met wie ik heb gesproken, waar ik ben geweest, kan mij fataal worden.

Jij wilde opnieuw de boel vernielen maar bedacht je toen ik je smeekte dat niet te doen. Nee, dacht jij. Ik grijp jou dit keer. En je smeet me tegen de deur en schreeuwde dat je me zal smoren. Zo gezegd zo gedaan. Dreigen, bedreigen, geweld, manipuleren, slijmen, liegen, bedonderen, isoleren.

Met die grote klauwen om mijn hals. Die duimen die er voor zorgden dat ik niet meer kon ademen. Worstelend kwam ik bij het aanrecht waarna ik heel even naar buiten wist te komen. Maar nee. ‘Wat moet je ook buiten, naar binnen zal je’. Dat zijn de exacte woorden. Kijk, ik vergeet dat nooit. Eenmaal aan mijn haren naar binnen gesleurd dacht ik: ‘Dan maar geen haar meer. Dit was het dan’. Met gemak wist je me op de grond te stuiteren. En opnieuw grepen die handen mijn keel.

Het is werkelijk vreselijk om niet meer te kunnen ademen, te denken dat je de pijp uitgaat, dat je het gewoon niet redt. Het is alsof je in een film terecht bent gekomen. Je moet godverdomme vechten voor je leven. Gelukkig was mijn levenszin zo groot dat ik te wild en te bewegelijk was waardoor ik wist te ontkomen. God ik had nooit gedacht dat ik de voordeur zou halen. Ik bel niet zomaar de politie. Daar heb ik geen seconde over nagedacht, dat doe je omdat je je leven niet zeker bent.’

De serie wordt wekelijks vervolgd

Lees alvast: Deel II en Deel III

 

 

Cookieinstellingen